Kunstenaar Bortusk Leer zet zijn karakteristieke monsters voornamelijk in als een positieve kracht. Ondanks hun psychopathisch getinte gedaanten, roepen deze monsters met hun uitpuilende ogen, druipende monden, bananenvingers en worstachtige ledematen eerder een glimlach dan een noodkreet op.
Geboren in het Verenigd Koninkrijk en woonachtig in Amsterdam, verschenen Leer’s euforische en ondeugende aardmannetjes voor het eerst rond 2007. Daarvoor had de kunstenaar al eerder de straten bezaaid met zijn ‘nu-rave pigeons’, “Voornamelijk om Banksy’s ratten belachelijk te maken!” zegt Leer hierover. Vervolgens haalde de moeder van de kunstenaar enkele van zijn kindertekeningen uit de oude doos, en zo werd het monstermotief geboren.
Gewapend met spuitverf, markeerstift en een niet te stoppen energie om dwaze, betoverende wezens te creëren, verschenen Leer’s humoristische kunstcreaties eerst op schilderdoek en in de krant. De monsters op kranten werden al snel verspreid over de straten van het Verenigd Koninkrijk, Nederland, de Verenigde Staten, Italië, Argentinië en Noorwegen… Kortom, het lijkt alsof we te maken hebben gehad met een grote invasie. Ze zijn zelfs op tv geweest!
Getekend op voorpaginanieuws, met een grimas die overeenkomt met de gebeurtenissen van de dag zoals beschreven in The Sun of Telegraph, hinten Leer’s stedelijke aardmannetjes naar de bredere absurditeit van de samenleving. Ze impliceren een spottende houding ten opzichte van de constante stroom van afleiding die onze reguliere media en het stedelijk spektakel ons biedt.
Wat betreft zijn visuele taal, laat Leer zich inspireren door vele dingen, maar voornamelijk door de CoBrA-kunstbeweging: een avant-garde groep uit 1948 waarvan het semi-abstracte werk wordt gekenmerkt door prachtig kleurgebruik, uitbundige penseelstreken en vervormde figuren, zoals te zien is in volks- en outsiderkunst en die ook voorop staat in het Europese abstract expressionisme. Maar er is ook een belangrijke sociale dimensie in zijn werk.
Af en toe wordt hij beschuldigd van naïviteit, waarop de kunstenaar antwoordt: ‘Ik ben niet bang voor naïviteit, ik ben bang voor cynisme.’ Zijn monsters houden regelmatig behulpzame borden omhoog met teksten als: ‘Is dit het teken waar je naar op zoek bent?’, ‘Blijf fucking glimlachen’ of, meer recht voor zijn raap, ‘Wees geen lul’.
UNCLE vindt het geweldig dat Leer (volgens zijn eigen PR) op een ‘luide en speelse’ manier de stad doordrenkt met wat in essentie monsterlijke en onstuimige tederheid is. Twee posters in onze samenwerkingsserie in Amsterdam bieden voorbijgangers welzijnsadviezen zoals ‘Opvrolijken, Klootzak’ en ‘Hou Van Elke Dag’. De derde prent in de serie toont opnieuw een van onze bizarre vrienden – deze keer met vier magenta-roze tanden en een verontrustende onderbeet – afgebeeld tegen een felgekleurde zee van een onstuimig patroon en talloze miniatuur, maniakale grijnsjes.
In een poging om de vlagen van woede, teleurstelling, verdriet en desillusie die de wereld soms lijken te overvallen tegen te gaan, ziet Leer het als zijn roeping om vreugde te verspreiden. Terwijl we ons proberen te navigeren door een existentiële klimaatcrisis, ons wanhopig voelen over een politiek systeem dat blijkbaar niet in staat is om diepgewortelde sociale problemen en lokale en mondiale ongelijkheden aan te pakken, zijn er ook nog de kosten van levensonderhoud en, oh ja, de volgende pandemie ligt vrijwel zeker op de loer… Het is geruststellend en hartverwarmend om te weten dat Bortusk Leer’s monsters zich inzetten om een anarchistische joie-de-vivre te verspreiden die ook nog eens aanstekelijk is (maar op een goede manier!).”